Kroniek van het politieke debat: een terugblik op 22 april
Op 22 april organiseerden Coopkracht en SmartCoop in Gent een gespreksavond met politici rond nieuwe vormen van ondernemerschap. We wilden hiermee en nieuwe stap zetten om de gedeelde onderneming onder de politieke aandacht brengen, ook al is de coöperatieve vennootschap geen nieuwe maar veeleer een te weinig bekende vennootschapsvorm. Met 45 aanwezigen hadden we een aardig gevulde zaal in Gent en volgden we aandachtig het gesprek tussen een divers panel politici.
Een verslag door Thomas Blondeel, SmartCoop.
Het panel was dan wel divers qua politieke kleur, het kan niemand ontgaan zijn dat het om een exclusief mannelijk sprekerspanel ging. Op het podium gingen Dirk Vanstinjan (Groen), Frederik Sioen (Vooruit), Robrecht Bothuyne (Cd&V), Robby De Caluwé (OpenVLD) en Mathieu Cockhuyt (N-VA) met elkaar in gesprek. Gelukkig was daar nog moderator Hannelore Simoens (VTM nieuws) om het gesprek in goede banen te leiden.
'Het ondernemerschap van morgen' was de leidraad die vooraf werd vastgelegd. We vertrokken vanuit de vaststelling dat ondernemers en werknemers kraken onder de druk naar steeds meer financieel gewin en ongebreidelde groei. Daarom stelden we dat ondernemers (meer) aandacht moeten hebben voor mens, maatschappij en milieu en dat collectieve ondernemingsvormen en coöperaties dé toekomst zijn. Geen enkele spreker leek tegen dat idee, maar hoe we daartoe moeten komen, daarover verschillen de meningen.
Het is een understatement dat niet elke partij evenveel aandacht heeft voor het coöperatief ondernemerschap in haar programma. En daarvoor moeten we ook deels de hand in eigen boezem steken. We roepen niet hard genoeg. Het lukt ons niet altijd om met één stem te spreken, onder meer omdat we in verschillende economische sectoren actief zijn. Maar de oproep van de politiek was duidelijk: klop op onze deur, schrijf je wensen en grieven neer en we zullen luisteren. Dat onthouden we alvast.
Zoals gezegd wierp geen van onze sprekers weerstand op tegen het coöperatief ondernemingsmodel. Hoe zou dat ook kunnen, met een model dat zoveel potentieel in zich draagt als het aankomt op duurzaam ondernemen op basis van concrete noden, met aandacht voor herverdeling van rijkdom en democratisch beheer als een van de kernprincipes.
Doorheen het gesprek werd wel duidelijk dat we nood hebben aan een helder begrippenkader, net als een beter omschreven verhouding met onder meer de sociale economie (in Vlaanderen de maatwerkbedrijven, terwijl dat begrip elders anders wordt ingevuld) en de bestaande ondersteuningsinitiatieven voor ondernemers. Die ondersteuning schiet immers te vaak tekort wegens op maat van geijkte structuren en individueel ondernemerschap. Als een garantiefonds kan voor een chemiereus, dan moet dat heus ook wel kunnen voor missiegedreven ondernemingen als onze coöperaties.
En laat dat een van onze duidelijke boodschappen zijn vanuit de coöperatieve wereld aan de politiek: fnuik de initiatiefkracht niet met rigide regels en procedures en erken onze maatschappelijke meerwaarde. U hebt ons nodig. Samen maken we van coöperatief en missiegedreven ondernemerschap de norm, en dat in het belang van ons allemaal.
Verslag: Thomas Blondeel, SmartCoop